of bont, alg. naam voor bereide dierenvellen, die niet van haar ontdaan zijn, bereid in de witleerlooierij. Belangrijkste soort: konijn, o.a. gebruikt om andere soorten te imiteren.
Astrakan en persianer (bont van zeer jonge (soms ongeboren lammeren), Breitschwanz. In farms gekweekte dieren leveren vossenbont. Voorts nerz (otter), skunk (opossum), mink (wezel), nutria (bever), petit-gris (Siberische eekhoorn), sealskin (Callorrhinus), veulen. Zeer kostbaar zijn hermelijn, edelmarter, steenmarter en Siberische sabel. Canada en Rusl. (Siberië) zijn de belangrijkste bontleveranciers.