twee getallen zijn onderling ondeelbaar als ze geen factor gemeen hebben. Voorbeeld: 15 = 3 X 5; 91 = 7 X 13.
Een getal dat alleen door 1 en zichzelf deelbaar is heet een priemgetal. Er zijn oneindig veel priemgetallen. Tussen een getal en zijn tweevoud ligt minstens één ondeelbaar getal; elk even getal is de som van twee ondeelbare getallen.