ondeelbaar
ondeelbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. wat niet te splitsen is ♢ Het ondeelbare atoom bleek wel degelijk deelbaar te zijn. Woordherkomst afleiding van deelbaar met het voorvoegsel on- Antoniemen deelbaar
Wat is de betekenis van ondeelbaar?
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
ondeelbaar
ondeelbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-deel-baar 1. wat niet in delen gesplitst kan worden ♢ men heeft lang gedacht dat atomen ondeelbaar zijn 2. heel klein, heel kort ♢ in een ondeelb...
Groot woordenboek der Nederlandse taal
Van Dale Uitgevers (1950)
Ondeelbaar
bn. bw., 1. niet in delen te splitsen, niet voor splitsing vatbaar: een ondeelbaar stofdeeltje; (rechtst.) een ondeelbare verbintenis of schuld; — de éne en ondeelbare republiek, benaming der eerste Franse, en in navolging daarvan van de Bataafse Republiek; 2. (oneig.) uiterst klein: een ondeelbaar ogen...
De Kleine Winkler Prins
Winkler Prins (1949)
Ondeelbaar
twee getallen zijn onderling ondeelbaar als ze geen factor gemeen hebben. Voorbeeld: 15 = 3 X 5; 91 = 7 X 13. Een getal dat alleen door 1 en zichzelf deelbaar is heet een priemgetal. Er zijn oneindig veel priemgetallen. Tussen een getal en zijn tweevoud ligt minstens één ondeelbaar getal; elk even getal is de som van twee ondeelbare g...
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal
M. J. Koenen's (1937)
ondeelbaar
bn., bw. (niet in delen te splitsen): een ondeelbaar stofje; rechtst. een ondeelbare verbintenis, die niet in gedeelten kan vervuld worden; rek. een ondeelbaar getal, dat geen delers heeft, b.v. 19; een ondeelbaar ogenblik, uiterst klein; ondeelbaar klein, uiterst.
Katholieke Encyclopaedie
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Ondeelbaar
1° (Wisk.) De getallen 1, 2, 3,5, 7, 11, enz., die alleen door 1 en zichzelf deelbaar zijn, heeten ondeelbare getallen (priemgetallen, numeri primi); de overige heeten samengesteld. Sommige wiskundigen sluiten 1 uit van de rij der o. getallen. Twee getallen heeten onderling o., als ze geen factor gemeen hebben (bijv. 30 en 91). Er zijn oneindig...
Modern Woordenboek
Jozef Verschueren (1930)
ondeelbaar
(on'de:lba:r) I. bn. (...bare) en bw 1. niet in delen te splitsen: een stofdeeltje; de éne en ...bare republiek 2. uiterst klein: een ogenblik 3. Rek. niet deelbaar, zonder dat er iets overschiet: 7 is een getal of priemgetal 4. niet voor splitsing vatbaar: een ...bare schuld, verbintenis. Syn. hoofdelijk II. bw. uiterst: klein.
Gerelateerde zoekopdrachten