De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Namen

betekenis & definitie

(1), Belgische prov., 3660 km2, 351.000 inw. (1946). Ten N. van de Maas vruchtbare kleigrond, waarop tarwe en suikerbieten worden geteeld, ten Z. van de Maas de hoogvlakten van de Belgische Ardennen, met landbouw en veeteelt.

De provincie is rijk aan mineralen (steenkolen, ijzer), waardoor zich in de dalen van de Maas en de Samber een levendige industrie heeft ontwikkeld (metaal, glas, textiel, chemicaliën);(2) hoofdstad van (1), aan de monding van de Samber in de Maas. 1028 ha, 31.444 inw. IJzer-, papier-, glas-en andere industrie. Zetel van bisdom. Belfort (ne eeuw), hoofdkerk (1772), citadel. Toerisme.