(1) (techniek), achtkantige en wigvormig geschaafde houten pen van ca 1 cm dikte voor het opsluiten van pen- en gatverbindingen;
(2) klinknagel voor het maken van klinkverbindingen (z klinken);
(3) (bij de mens) platte hoornplaten, ⅓ tot 1 mm dik; ontstaan evenals het haar uit de opperhuid. Dienen ter bescherming van de uiteinden van vingers en tenen;
(4) (plantkunde) het smallere steelgedeelte van een bloemblad. Het bredere schijfgedeelte heet plaat. Veel bij kruisbloemen, koekoeksbloem, enz.