(Arab., ,,de Geprezene”; ca 570-632). Stichter van het Mohammedanisme of Islam.
Geboren in Mekka; in zijn jeugd schaapherder en karavaanleider. Huwde 595 de rijke weduwe Chadidja, die hem o.a. Fatima schonk. Ontving 610 zijn eerste openbaring en proclameerde zichzelf 616 tot profeet Gods. De grondslag van zijn leer was de Koran, een heilig werk, dat hij dicteerde als hij in een toestand van vervoering verkeerde. Moest in 622 met Aboe Bekr en andere volgelingen naar Medina uitwijken (de Hedsjra).
Deze vlucht vormt het begin van de Mohammedaanse tijdrekening.Veroverde in 630 Mekka. Stierf in Medina en werd aldaar begraven.