in ruimere zin de opsporing, ontginning en het voor de markt gereed maken van minerale grondstoffen. Ligt de afzetting diep, dan worden schachten gegraven, van waaruit op bepaalde niveau's vrijwel horizontale gangen worden uitgezet, die aan de schachten vergroot worden tot laadplaatsen.
Tevens worden in de nabijheid magazijnen, werkplaatsen enz. uitgeschoten en gebetonneerd en wordt een net van steengangen aangelegd om, althans bij kolenmijnen, de kolenlagen te bereiken. Het ontkoolde gedeelte wordt beveiligd door het dak te stutten met houten of ijzeren stijlen. De naar het einde van het werkfront afgevoerde kolen worden in mijnwagens geladen, vaak eerst met transportbanden naar de plaats van inlading gebracht. Voor de luchtverversing wordt een der schachten van boven afgesloten, kanalen voeren naar grote ventilatoren en, wanneer een dezer draait, zuigt hij de lucht uit de schacht aan. De enige verbinding met de buitenlucht vormt de andere schacht, en hierdoor stroomt derhalve de lucht toe, die met behulp van afsluitingen de mijn wordt ingeleid, na onderverdeling de werkfronten passeert en door de uittrekkende schacht de ondergrondse werken verlaat.