zaadharen van verschillende soorten uit het plantengeslacht Gossypium. Het zijn of éénjarige struiken of boomachtige heesters met gelobde bladeren, grote gele of rode bloemen en ronde of hoekige zaden, met dichte wol bedekt.
Afkomstig uit Azië en Amerika wordt deze plant thans in alle landen tussen 410 N.Br. en 36° Z.Br. gekweekt („cotton belt”). De K.vezel is een enkele langgerekte plantencel bestaande uit cellulose, die lijkt op een platte, schroefvormige gedraaide draad. K.-afval wordt gebruikt voor de papierfabricage; uit de zaden wordt katoenolie* gewonnen, die gebruikt wordt als machine- en lampolie en bij de vervaardiging van zeep. De overblijfselen vormen een goed veevoer. K. wordt behalve voor het vervaardigen van weefsels gebruikt voor schietkatoen, voor de bereiding van kunstzijde, celluloid en coilodium.Naar de lengte van de vezels onderscheidt men in de handel langstapelige en kortstapelige K. De waarde wordt bepaald naar gelijkvormigheid van lengte, soepelheid, fijnheid, glans, kleur, vastheid, zuiverheid. De uit Egypte komende K. is het langst van vezel en maakt de sterkste en fijnste garens. De voornaamste K.-producerende landen zijn: Ver. Staten, India, Rusland, China, Brazilië en Egypte.
