Zich katoen houden
‘Katoen’, verbastering van Hebr.: ‘gatôn’; katoon, klein. Letterlijk: zich klein houden. Overdrachtelijk: zich stil houdeniemand van katoen geven
iemand een stevig pak slaag geven of iemand met woorden straffen.Iemand van katoen geven
Iemand een pak slaag gevenIemand van katoen geven
Iemand de les lezen; ook: iemand duchtig afranselenIemand van katoen geven
Iemand er flink van langs geven, iemand duchtig afranselen, iemand de les lezen. Blijkens de Zuidnederlandse uitdrukking ‘van de lamet (lament) - d.i. van de lampepit - geven’, heeft men onder ‘katoen...Lees meer