een haarsoort met bepaalde eigenschappen: zacht, kroezig, fijn, verviltbaar. Het meest typische is de W. van schapen en deze wordt ook bedoeld als men zonder verdere aanduiding van W. spreekt.
De W. van Ned. schapen is grof en slechts te gebruiken voor dekens, tapijtgarens en grof breigaren. De betere W. komt uit Engeland, Australië, Argentinië.