De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Jacobus (Groot-Brittanië en Ierland)

betekenis & definitie

koningen van Gr.-Brittannië en Ierland.

I (1566-1625), koning van Gr.-Brittannië en Ierland 1603-’25, zoon van Maria Stuart en Darnley. Koning van Schotland van 1567 af. Achtte zich een groot theoloog, bemoeide zich met de Remonstrantse en Contra-Remonstrantse twisten in de Ned. Rep. Lag voortdurend met het Parlement overhoop wegens verkwisting en buitenlandse politiek (huwelijksplannen van Karel I met Spaanse prinses).

II (1633-1701), koning 1685-’88, tweede zoon van Karel I. Werd R.K., waardoor het Lagerhuis hem van de troonopvolging wilde uitsluiten. Volgde toch Karel II in 1685 op; zijn politiek van begunstiging van de R.K. verbitterde zeer de Protestanten. Deze riepen zijn schoonzoon Willem III van Holland, gehuwd met zijn dochter Maria, te hulp. Deze stak 1688 over; J. vluchtte naar Frankrijk.

III, de Pretendent (1688-1766), beproefde herhaaldelijk, o.a. in 1715, tevergeefs de Engelse troon te bestijgen.

< >