De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Schotland

betekenis & definitie

Noordelijk gedeelte van Groot-Brittannië. Met de Hebriden, Orkney- en Shetlandeilanden 77.171 km2, 5.140.000 inw.

Bestaat grotendeels uit middelgebergten, met een centrale laagvlakte (Lowlands) tussen de Hooglanden en het Z.Schotse bergland. Mistig zeeklimaat. Venen en heiden bedekken de hoogvlakten. De bevolking is geconcentreerd in het laagland en het O. 37 % van de bevolking woont in de steden Edinburgh, Glasgow, Dundee en Aberdeen.Landbouw (aardappelen, haver, tarwe enz.), schapenteelt, visserij. Het laagland is rijk aan steenkool en ijzererts. Daar ontstond ook een belangrijke industrie: zware metaal-, machine-, textiel- en chemische industrie, scheepsbouw. Hoofdstad: Edinburgh (487.000 inw.), grootste stad: Glasgow (1.106.000 inw.). Voor Geschiedenis z Gr.-Brittannië en Ierland.