(Lat.), inblazing, ingeving, bezieling. Goddelijke I.: volgens de R.K. geloofsleer zijn de canonieke boeken van de H.
Schrift door God geïnspireerd, zodanig dat de schrijvers slechts schreven wat God wilde en God dus de eigenlijke auteur is. (2 Tim. 3 : 16). De Prot. theologie heeft deze „mechanische I.” losgelaten: in de menselijk-bepaalde woorden van de Bijbel spreekt het Goddelijk Woord.