(1869-1947), Ned. Prot. theoloog van ethische richting, hoogleraar in de godsdienstgesch. te Utrecht, sinds 1929 hofprediker.
In velerlei Chr. arbeid betrokken en geliefd als prediker was O. een centrale figuur op kerkelijk gebied. Behalve een verkorte vertaling van het Oude Testament zag van zijn hand o.m. het licht: Oostersch leven, Inleiding tot den Bijbel (met A. M. Brouwer) en De godsdienst in zijn verschijningsvormen.