(1), het uitwendig voorkomen, bij de mens de lichaamsbouw als uitdrukking van een bestaan of voorbeschiktheid van lichamelijke afwijkingen. Het typisch uiterlijk dat b.v. adenoïde vegetaties geeft, heeft men b.v. als habitus adenoïdeus onderscheiden;
(2) van een plant, haar uiterlijke verschijningsvorm, bepaald door het aantal, de vorm, de rangschikking van de spruiten. (Bomen, lianen, struiken, succulenten).