De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Gustaaf

betekenis & definitie

naam van 5 Zweedse koningen.

I, Wasa (1496-1560), bracht 1520 de Zweden in opstand tegen Christiaan II van Denemarken, die in Stockholm een bloedbad onder de adel had aangericht. 1521 tot rijksbestuurder, 1523 tot koning gekozen. Voerde de Hervorming (Luthers) in. Beperkte de macht van de adel.

II Adolf (1611-1632), geb. 1594. Verwierf 1615 Karelië en Ingermannland. Maakte zich in 1621 meester van Lijfland, Koerland, Esthland, Memel, Pellau, Mariënburg. Bevorderde de volkswelvaart, verbeterde de rechtspraak. Nam in 1630 als kampioen voor het Protestantisme deel aan de 30jarige oorlog. Versloeg 1631 de keizerlijke veldheer Tilly bij Breitenfeld en aan de Lech en 1632 Wallenstein bij Lützen, waar G. zelf sneuvelde. - Door de Protestanten vereerd als geloofsheld.

III (1771-1792), geb. 1746. Verlicht despoot. Voerde 1788-1790 oorlog tegen Rusland. Fel gekant tegen de Franse Revolutie trachtte hij een Europese coalitie daartegen tot stand te brengen. Op een gemaskerd bal door Ankarström vermoord.

IV Adolf (1796-1809), geb. 1778, gest. 1837. Sloot zich 1804 bij de coalitie tegen Napoleon aan. Verloor Voor-Pommeren en Rügen. Voerde 1808/ 1809 een ongelukkige oorlog tegen Rusland en Denemarken. In 1809 tot aftreden gedwongen.

V (1907-) geb. 1858. 1884-1891 onder-koning van Noorwegen. Onder zijn bewind had de vreedzame afscheiding plaats van Noorwegen en Zweden (1905).

< >