De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Zweden

betekenis & definitie

Staatsvorm: Koninkrijk Staatshoofd: Koning Gustaaf V (sedert 1907)

Oppervlakte: 448.973 km2 Bevolking: 6.763.685 inw.

Vlag: blauw, door geel kruis in vieren gedeeld Wapen: Blauw schild, gevierendeeld door smal, gouden kruis. Links boven en rechts beneden drie kronen, links beneden en rechts boven een over drie zilveren rivieren springende, gouden, gekroonde leeuw. In een middenschild de wapens van Wasa en Pontecorvo Munteenheid: kroon Godsdienst: grotendeels Luthers (staatskerk)

Scandinavisch koninkrijk. 448.973 km2 6.763.685 inw. Begrensd door Noorwegen, Finland, Botnische Golf, Oostzee, Sont, Kattegat en Skagerrak. Bergachtig langs de Noorse grens, oostelijk daarvan een plateau. Midden-Z. is een laagvlakte, Z. Z. een heuvellandschap.

Het parlement (Rijksdag) bestaat uit een Eerste Kamer van 150 leden, gekozen door de provinc. raden (Landsting), en een Tweede Kamer van 230 leden, rechtstreeks gekozen voor 4 jaar, met algemeen kiesrecht. De uitvoerende macht berust bij de Koning, bijgestaan door de Ministerraad en geadviseerd door een Raad van State. Hoofdstad Stockholm (690.108 inw.).