geldstelsel, dat als standaard van waarde het goud heeft aanvaard. Bij de wet wordt vastgesteld de hoeveelheid fijn goud, welke de munteenheid (of veelvoud daarvan: in Ned. is bv. de gulden munteenheid, terwijl slechts voor het 5en 10-guldenstuk een goudgehalte was voorgeschreven) moet bevatten.
Bij de zuivere G. kan ieder naar believen bij de centrale bank goud (gemunt of ongemunt) aankopen. Goud mag vrij worden aangemunt. Gemunt zowel als ongemunt goud mag vrij worden uitgevoerd en ingevoerd. Variaties op de G. zijn de goudwisselstandaard* en het goudkernstelsel *.