De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Goten

betekenis & definitie

oud-Germaans volk. Bewoonden sinds 257 de prov.

Dacië, gesplitst in West-G. en Oost-G. De West-G. versloegen keizer Valens in 378 bij Adrianopel, maar traden in dienst van keizer Theodosius. Na zijn dood (395) trokken de West-G. onder koning Alarik naar Italië, waar zij Rome in 410 plunderden. Koning Athaulf bracht de West-G. in 412 naar Z.-Gallië (Frankrijk) en Spanje. Wallia stichtte in het tegenwoordige Z.W.-Frankrijk (Aquitanië) het West-Gotische rijk, met de hoofdstad Tolosa (Toulouse). De Frankenkoning Clovis versloeg hen in 507 bij Poitiers; het rijk der West-G. bleef voortaan in hoofdzaak beperkt tot Spanje, totdat het in 711 door de Arabieren overweldigd werd.

De Oost-G., die met de Hunnen opgetrokken waren, woonden na de dood van Attila (453) in Pannonië (Hongarije) en vestigden zich later in Moesië en thracië. Onder hun koning Theodorik de Grote trokken zij naar Italië en stichtten in 493 het OostGotische Rijk (hoofdstad Ravenna). Dit rijk, groot aanzien genietend zolang Theodorik (✝ 526) leefde, werd vernietigd door de veldheren van keizer Justinianus, Belisarius en daarna Narses (555).