bomen, met eind- of okselstandige bloemen en veelhokkig vruchtbeginsel. In ieder hokje een eitje, leveren steenvruchten en bessen.
De belangrijkste soort is G. Mangostana (manggis of manggoestan). Groeit op West-Java, op Sumatra, op Malakka. De zaadrok is vlezig en geurig en wordt graag gegeten. Op Sumatra wordt uit de vruchtschil een verfstof bereid. Hiermee verft men witte kippen paars.
Aftreksel van de schil geneesmiddel tegen buikziekte. Gezegde op Java: zo rond als een manggis.