(1), schiereiland, Zuidelijkste gedeelte van Achter-Indië. 190.000 km2, 42-330 km breed. Bergachtig land.
Het N.W. deel behoort aan Birma, het N.O. en Middendeel aan Thailand (Siam), het Z. gedeelte wordt ingenomen door de Federatie van Malakka;(2) Federatie van M., Brits protectoraat op Malakka, bestaande uit de z.g. Maleise staten* en de Britse kolonies Penang en Malakka. 131.690 km2, 4.867.000 inw. Tropisch oerwoudklimaat. De bevolking bestaat hoofdzakelijk uit Maleiers en Chinezen (1.188.000). In het binnenland leven primitieve negroïde stammen (Semang). Belangrijkste voortbrengselen: rijst, rubber (vóór W.O.
II ⅔ van de wereldproductie), tin (30 % v. d. wereldprod.), palmolie en -pitten, thee en vis. Belangrijkste havens Singapoer (dat een afz. kolonie is) en Penang;
(3) Britse nederzetting aan de W. kust van het schiereiland Malakka, behorende tot de Federatie van Malakka. 1860 km2, 236.000 inw., hoofdzakelijk Chinezen en Voor-Indiërs. Grote katoenplantages. Gelijknamige hoofdstad. Malakka, Straat, zeestraat tussen het schiereiland Malakka en Sumatra. Toegangspoort tot O.-Azië.
