De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Eendenkooi

betekenis & definitie

noemt men een grote vijver, met bomen omgeven, die moet dienen om wilde eenden te vangen. Van de vijver gaan 4 of 5 doodlopende slootjes uit, die hoe langer hoe nauwer worden.

Deze slootjes, de pijpen, zijn aan het nauwste gedeelte geheel met gaas omgeven. Met behulp van tamme eenden worden de wilde in de vijver gelokt en door een hondje, dat langs de vijver loopt, worden ze naar de mond van de pijpen gelokt. Hier staat de kooiker, verscholen achter rietmatten; hij lokt de eenden met een handvol voer de pijp in. De eenden vliegen naar het geheel afgesloten gedeelte; hier komen ze terecht in een fuik of bak, een klep valt dicht en ze zitten gevangen.

< >