werd uitgevonden in de 18e eeuw en aanvankelijk door hand- of paardenkracht in beweging gebracht; thans meer door stoom of electriciteit aangedreven. Hij bestaat in beginsel uit een roterende trommel, waarop slaglijsten of slagpennen zijn aangebracht, welke snel ronddraaien in een huis, dat aan de binnenzijde soortgelijke lijsten of pennen bezit.
Het gewas wordt door de trommel gegrepen en met grote kracht tegen de uitsteeksels van het huis geslagen, waardoor de zaden er uit vallen en onder de machine worden opgevangen, terwijl het stro aan de voorzijde er wordt uitgeworpen. De moderne D. is veelal gecombineerd met een zeef-inrichting en wanmolen voor het graan en een persinrichting voor het uitgedorste stro.