het inkomen, dat een regerend vorst uit de staatsmiddelen wordt toegekend, om in zijn onderhoud en dat van zijn Huis te voorzien.
In Ned. geniet de Koning, buiten de inkomsten uit het Kroondomein, een som van ƒ1.000.000 's jaars, benevens ƒ 100.000 voor het onderhoud der paleizen. De Prins van Oranje geniet ƒ 200.000, na zijn huwelijk ƒ400.000. Kroonprinses, gemaal (of weduwnaar) van een regerende Koningin of van een Kroonprinses, Koningin-Weduwe en Prinses Weduwe van Oranje: ƒ 200.000. Koning, die afstand van de troon heeft gedaan: ƒ400.000 (artt. 22 en vv Gw.).
In Blg. wordt de C.L. door een wet bepaald voor de duur der regering van iedere Koning. Voor Leopold III bedraagt zij 12.000.000 frs.