schriftelijke opdracht aan een bankier (betrokkene), die fonds van de opdrachtgever (trekker) onder zich heeft, tot betaling van bepaalde som op zicht op aangewezen plaats aan met name genoemd persoon, aan zulk een persoon of diens order of wel aan toonder. Benaming C. moet in de tekst zijn opgenomen (art. 178 en v.v.
W.v.K.). Is C. op naam gesteld, dan wordt *ij geacht aan order te zijn, tenzij het tegendeel er in is uitgedrukt. Order-C. wordt overgedragen door endossement, toonder-C. door enkele overgave. C. heeft vnl. functie van betaalmiddel. Trekker of houder kan C. kruisen: plaatst er 2 evenwijdige lijnen op. Gevolg is, dat zij slechts mag worden uitbetaald aan een bankier of aan een cliënt van de betrokkene.
Wordt tussen de lijnen naam van een bankier geschreven (bijzondere kruising), dan mag alleen aan deze bankier betaald worden. Verrekenings-C. : hierop is aangegeven, dat zij niet in contanten mag worden uitbetaald, maar alleen op bankrekening van rechthebbende mag worden bijgeschreven.