Synoniem van cheque

cheque - op zicht betaalbaar schuldvorderingspapier waarin de ondertekenaar een bank opdracht geeft uit te betalen. Banken geven bankcheques af; deze worden ook reischeques genoemd als men ze op bepaalde plaatsen in het buitenland kan verzilveren. Een kassiersbriefje dient om bij een kassier een zekere som te kunnen ontvangen. Op vertoon van een betaalpas geldt een betaalcheque als betaalmiddel; deze cheques heten bij de Postbank/girodienst girobetaalkaarten of betaalkaarten. (Zie verder: girokaart.) Een rekeninghouder schrijft een kascheque op eigen naam uit; hij kan deze op het postkantoor verzilveren. Postcheques dienen voor betaling per giro aan niet-rekeninghouders.

Zie ook: waardepapier.

cheque - zelfstandig naamwoord
uitspraak: sjek

1. biljet waarop je het bedrag invult en waarmee je betaalt
♢ mag ik een cheque voor u uitschrijven?

Zelfstandig naamwoord: sjek
de cheque
de cheques
het chequeje