zijn in de wijsbegeerte de algemeenste begrippen, waaronder de ervaring valt. Aristoteles, de eerste schepper van een categorieënleer, onderscheidde er tien: substantie, quantiteit, qualiteit, relatie, plaats, tijd, toestand, hebben, doen, lijden.
Spinoza drie: substantie, modus (toestand), relatie. Kant gaf vier hoofdcategorieën: quantiteit, qualiteit, relatie en modaliteit.