(1799-1837), Russ. dichter, de eerste zelfstandige nationale dichter van zijn land; ambtenaar aan een departement, 1820 wegens pol. tendens zijner gedichten naar Kaukasus verbannen, keerde zich daarvan zijn aanvankelijk classicisme naar de romantische lyriek à la Byron, waarin hij getuigenis aflegde van zeldzame uitbeeldingskracht en onovertroffen gave tot vormgeving; zijn opvatting van het dichterschap is die van een ziener en een verkondiger van selecte wijsheid. Zijn hoofdwerken zijn: De gevangene in de Kaukasus, de roman-in-verzen Eugen Onegin en de tragedie Boris Godoenof.
Zijn onberaden huwelijk met de wufte Natalja Gontsjarowa leidde tot zijn ongeluk en tot een duel, dat hem het leven kostte.