petroleum (Lat. petra, rots, steen; oleum. olie), steen- of bergolie, dunne tot stroopachtige, glasheldere tot gele of bruine in de aardkorst voorkomende brandbare vloeistof. Een mengsel van koolwaterstoffen, dat zich vnl. opeenhoopt bij breukvlakken in de aarde; het gehalte aan koolstof wisselt van 83-86 pct, aan waterstof van 11-13 pet.
Aardolie is ontstaan in geologische tijdperken uit dierlijke en plantaardige stoffen (micro-organismen, plankton). De vorming geschiedde door toeneming van druk en temperatuur der aardlagen, waarin die micro-organismen op- en afgesloten werden. Karakteristiek verschijnsel: waar steenkool en zout gevonden worden, is aardolie meestal ook aanwezig Door boringen van enkele tientallen meters tot 3226 m (in 1931 bij Vera Cruz) en met gebruikmaking van zuigperspomp, drukgas of spuiters wordt uit de aardlagen de ruwe petroleum verkregen. Na destillatie en raffinage wordt deze als brandstof in de handel gebracht. Wereldhandelsartikel sinds de aanboring der eerste petroleumbron (N. Amerika) door Drake in 1859.
De grootste voorraden bevinden zich in Pennsylv., Texas, Mex. en Calif. (V.S.), de Kaukasus (Bakoe), Roemenië, Iran en Arab., Venez. en Ned. Indië (Balik Papan). In Ned. wordt aardolie in bescheiden mate bij Coevorden aangeboord. Twee der grootste olieraffinaderijen ter wereld zijn gevestigd op Aruba en Curaçao. Nevenproducten der aardolie zijn o.a. benzine, naphta, paraffine, asfalt, smeerolie en stookolie (Edeleanu-, Bergius-, Burton- en kraakprocédé). De politiek der wereld werd in de laatste tientallen jaren in toenemende mate door de aardolie beheerst.
Petroleum is macht (Upton Sinclair’s roman ,,Oil”). Bekende trusts: Standard Oil, Shell, Bataafsche Petroleum-Maatschappij, Kon. Ned. Petr.Mij. (Roya.1 Dutch), Anglo-Saxon Petroleum Co., Anglo Persian enz.