Gepubliceerd op 11-11-2021

ijdel

betekenis & definitie

bn., bw. (1 niet-gevuld, ledig, inz. Z.- N.; 2 praalziek; zich verheffende op nietigheden; gevoelig voor vleierij; 3 onbeduidend; 4 zonder enige grond; vruchteloos; 5 louter, niets dan):

1. ijdele vaten;
2. een ijdel meisje; een ijdel mens geeft veel, een trots mens weinig om het oordeel van anderen;
3. rekenschap geven van elk ijdel woord, Matth. 12 ; 36; Gods naam ijdel gebruiken; ijdele vermaken, een ijdele omhaal van woorden;
4. een ijdele vrees, een ijdele hoop, ijdele pogingen;
5. dat is ijdel vertoon; zie ook ijl.