Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie G
- gewogen
- gewold
- gewolkt
- gewonde
- gewonnen
- gewoon
- gewoonheid
- gewoonlijk
- gewoonte
- gewoonterecht
- gewoonweg
- geworden
- gewormte
- geworteld
- gewricht
- gewrichts-rheumatiek
- gewrijf
- gewrocht
- gewrongen
- gewrongenheid
- gewulf
- Gez
- gezaag
- gezaagd
- gezag
- gezaghebbend
- gezaghebber
- gezagvoerder
- gezaIigde
- gezakt
- gezalfde
- gezamenderhand
- gezamenlijk
- gezang
- gezangboek
- gezangbord
- gezangbundel
- gezanik
- gezant
- gezantschap
- gezantschapshotel
- gezantschapsraad
- gezantschapssecretaris
- gezapig
- gezapigheid
- gezeg
- gezegd
- gezegde
- gezegeld
- gezegend
- gezeggen
- gezeglijk
- gezeglijkheid
- gezel
- gezellig
- gezelligheid
- gezellin
- gezelschap
- gezelschapsdame
- gezelschapsjuffrouw
- gezelschapskaart
- gezelschapslied
- gezelschapsregel
- gezelschapsspel
- gezenuwte
- gezet
- gezeten
- gezetheid
- gezeur
- gezicht
- gezichteinder
- gezichtkunde
- gezichtsas
- gezichtsbedrog
- gezichtshoek
- gezichtskring
- gezichtslijn
- gezichtsorgaan
- gezichtspunt
- gezichtsveld
- gezichtsvermogen
- gezichtszenuw
- gezichtszintuig
- gezichtszwakte
- gezien
- gezin
- gezind
- gezindheid
- gezindte
- gezinnigd
- gezinsvergoeding
- gezinsverpleging
- gezocht
- gezochtheid
- gezoden
- gezond
- gezondheid
- gezondheidscommissie
- gezondheidshalve
- gezondheidskolonie