Gepubliceerd op 14-06-2016

Klimaatverandering

betekenis & definitie

Het klimaat is allesbehalve constant. Vulkaanuitbarstingen, een wisselende hoeveelheid zonlicht, El Niño en de mens veroorzaken klimaatverandering.

Het klimaat verandert onder invloed van natuurlijke factoren. De afgelopen eeuw speelde ook de mens een grote rol, door de uitstoot van broeikasgassen als koolstofdioxide en methaan. Wereldwijd en ook op het KNMI wordt veel onderzoek gedaan naar zowel de natuurlijke als de menselijke klimaatfactoren en naar de werking van het complexe klimaatsysteem. Begrip van het klimaatsysteem is belangrijk om uitspraken te kunnen doen over de ontwikkeling van het klimaat in de toekomst.

Veranderingen zijn er in alle soorten en maten. Sommige klimaatveranderingen komen alleen in een klein gebied voor, andere zijn wereldwijd. Sommige zijn relatief snel, andere langzamer. El Niño bijvoorbeeld, met relatief warm zeewater in de Stille Zuidzee bij de evenaar, komt eens in de drie à zeven jaar voor. Langzame veranderingen zijn bijvoorbeeld het optreden van ijstijden met een cyclus van ongeveer honderdduizend jaar.

In de afgelopen 130 jaar is het wereldwijd gemiddeld 0,9°C warmer geworden. De laatste dertig jaar was zeer waarschijnlijk de warmste periode in 1400 jaar. Dat stelt het IPCC, het Intergovernmental Panel on Climate Change van de Verenigde Naties. In de 21e eeuw wordt een verdere stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde verwacht.

Hoe warm het gaat worden, hangt af van de toekomstige uitstoot van broeikasgassen. Als we de CO2-uitstoot drastisch weten te verminderen warmt de aarde verder op met 0,3 tot 1,7 °C aan het eind van deze eeuw. Als we de uitstoot van broeikasgassen niet sterk verminderen dreigt het aan het eind van deze eeuw 2,6 à 4,8 °C warmer te worden.