Geologisch gezien is de streek een moerasgebied. De Lage Landen: dat zegt op zichzelf eigenlijk al genoeg. Het is iets voor een oermens om zich in zo’n regio te vestigen. De eerste tekenen van raffinement zouden dan ook eeuwen op zich laten wachten. Toen die zich uiteindelijk aandienden, deed men er alles aan om ze tegen te gaan. ‘Men zou de luxe moeten ondersteunen in plaats van hem te verbieden!’ zegt een anoniem pamflet tegen de Franse republikeinen in de negentiende eeuw. ‘De wonderschone equipages die we op onze wandelingen tegenkomen? Men zou zich erover moeten verheugen! Want wat zou er gebeuren met de carrosseriemonteurs als er geen koetsen meer zijn?!’
Ook de Nederlandssprekende massa koestert die ongegronde haat en die jaloersheid, want wat valt er tegen luxe in te brengen, behalve natuurlijk dat die niet binnen ieders bereik ligt? Vindt u margarine nu echt lekkerder dan roomboter? Zou u niet liever een paar dagen tot rust komen in een eenvoudig grand hotel in plaats van met uw half verroeste caravan Duitsland of Frankrijk te doorkruisen, waar u toch altijd alleen maar een chronische paranoia aan overhoudt? Vindt u ook niet dat geld onbelangrijk is en dat het nooit een rol mag spelen? Welnu. Maar hoe vaak leidt de frustratie daarover niet tot een mensonwaardige depressie!.
Het lage salarisniveau is dan ook een hindernis, maar goed, u schijnt per se een democratie te willen. De lokale zuinigheid is een van de grootste belemmeringen. De Lage-Landers zijn surrogaatmensen, en zoals het woordenboek waarschuwt zijn surrogaatproducten van mindere kwaliteit. Nederlanders en
Vlamingen staan eerder op kwantiteit, op pseudo-luxe en wegwerpartikelen.
Aangezien het gebied tot de dichtstbevolkte ter wereld behoort, is er natuurlijk ook een angstaanjagend groot aanbod van deze minderwaardige artikelen. Of het nu aan de cultuur ligt of misschien wel genetisch bepaald is (gierigheid is natuurlijk geen erfelijke eigenschap, maar wel uiterst bedreigend), het is een onomstotelijk feit dat de Nederlandse en Vlaamse levenskunst en smaakgevoel op een bijzonder laag pitje staan. Kitsch vindt men dan ook in overvloed in beide landen. Kitsch kan overigens wel snob-appeal hebben. Maar in het algemeen is het de snob die een voorwerp waardevol maakt (het koning- Midaseffect). Om meer over dit dubieuze onderwerp te weten te komen en te voorkomen dat u een onvergeeflijke fout maakt, kunt u de volgende werken lezen: Dichten und Erkennen (einige Bemerkungen zum Problem des Kitsches) van Hermann Broch, en 'I teorici dell’ ersatz’ in De Homine no. 5 en 6 (vanaf pagina 249) van Luigi Pareyson.
Een dichtbevolkt land moet natuurlijk tolerant zijn, en over alles wordt dan ook heftig gediscussieerd. De Nederlandse tolerantie is overigens geen onbaatzuchtig excentriek trekje; Voltaire merkte op: 'Toen die Hollanders constateerden dat lezen een nieuwe behoefte werd van de menselijke soort, werden ze de makelaars van onze gedachten, zoals ze als de makelaars van onze wijnen waren...' Montesquieu ontdekte in 1729 bij een bezoek aan Amsterdam: ‘De Hollanders hebben twee soorten koningen: op de eerste plaats zijn er de burgemeesters die er de baantjes verdelen... De andere koning is het lagere volk, de meest onbeschofte tiran die er bestaat.’ Het is op zichzelf al vernederend genoeg dat het Nederlands geen taal is die in diplomatieke kringen gesproken wordt. Waar is uw expatriërende verleden? Hoe gaat de tegenwoordige Nederlander om met zijn reisdrift? Men zou denken dat men in landen met een zo roemrijk koloniaal verleden wel weet hoe men moet reizen. Waarom beperkt men zich tot de motels aan de Spaanse kust en de campings in de Eifel? Met fluorescerende rugzakken, de meest mensonwaardige vrij etijdskleding en last-minu- te-vluchten.
De autochtone bevolking is eigenlijk best wel fantasierijk. Jammer genoeg gebruikt zij die gave maar al te vaak om dingen in een goedkopere versie te reproduceren. De opengordijnen- ambiance en de letterbakkenstijl wekken natuurlijk ook de indruk dat men in een wereld van tweedehands artikelen leeft. Enfin, laten we die fantasie als een eerste compliment beschouwen. Maar in een risicoloos en geregeld leven in de Lage Landen, met verzekeringen en belastingen, is toch geen spoor van exorbitantie en lust te vinden? Door dat soort praktijken wordt alle creativiteit gedood!
Vanzelfsprekend beschikt niet iedereen over de natuurlijke elegantie en agressiviteit om een snob te kunnen worden. Zonder voorname geblaseerdheid, een authentiek (en waarom niet autoritair) optreden en schaamteloze luiheid valt natuurlijk iedereen snel door de mand. Voor Nederlanders bijvoorbeeld, die bekendstaan om hun gruwelijke manie om zich overal mee te bemoeien, is geblaseerdheid een uiterst lastige en schijnbaar onmogelijke opgaaf. Belgen daarentegen lijden weer aan een complex d’infériorité. Waarom treft men in deze landen nog zo vaak de middeleeuwse opinie aan dat luxe en schoonheid te allen tijde verdacht zijn? Een etnologisch raadsel. Waarom moet alles ook zo politiek correct zijn? Wat kan men tegen die verstikkende, diep verankerde ijver doen? Wat voor drastisch middel helpt tegen die vermoeiende vlijt? Als u die nu eens gebruikte om uw smaak wat te veredelen?
Smaak is van levensbelang, en aangezien er in de Benelux gebrek aan is, is deze regio natuurlijk wel uiterst geschikt voor beginners, wegens die haast agrarische doe-het-zelftnentaliteit en mateloze eenvoud. De zuidelijke provincies hebben een zekere flair, maar ook de Friezen maken een redelijke kans: hun stugge, afstandelijke gedrag zou men eigenlijk best Hanze- atisch en snobistisch kunnen noemen. Mata Hari is een van de sporadische Nederlandse voorbeelden, maar daar staat de Friese jonkheer die op zijn landgoed een camping uitbaat weer pal tegenover. Het beste bewijs dat niet alle adellijken snobs zijn. Den Haag? Naar mijn bescheiden mening is die stad toch niet zo aantrekkelijk en deftig als hij zich probeert voor te doen. Het fijne onderscheid tussen 'gebakje’ en ‘taartje’, ‘lampenkapje’ en ‘abat-jour’ of‘wc’ en ‘toilet’ is eenvoudigweg niet voldoende. Den Haag ligt tenslotte midden in het industriegebied dat de beslist grove naam ‘Randstad’ draagt. Dan nog liever een echte Groningse herenboer als buurman, die een sterke jenever drinkt met een van zijn pachtboeren, of een Drentse freule die zelf ook ongegeneerd meehelpt met het bereiden van het dejeuner voor de asielzoekers die hun tenten op de erven van haar landerijen hebben opgeslagen. Deze bezitten beslist meer authenticiteit.
De Amsterdammers denken dat wonen binnen de grachtengordel of in de buurt van het Concertgebouw simpelweg voldoende is om tot de elite te behoren te zijn. Maar zo’n vochtig en scheef gebouw, met goedkoop laminaat en elke zomer een muggenplaag, wat heeft dat voor snob-appeal? Daarentegen heeft Rotterdam toch iets meer froideur door zijn kille, vierkante architectuur. Een riante torenflat in een betere nieuwbouwwijk, met een schitterend, surrealistisch uitzicht op de haven, heeft beslist een tijdje zijn charme. Brussel is eigenlijk de ideale stad om elegant uw leven te beëindigen. Voor inkopen en kleding zijn Antwerpen en Maastricht heel geschikt.
Geeft u de moed al op? Bent u misschien zo’n lawaaierig type, zoals de voetbalfanaat die dagelijks patat of iets anders uit de automatiek verslindt? Die vrijetijdsbesteding moet u dan wel opgeven, evenals uw volkse gourmandise. Courage! Met wat oefening zult u over niet al te lange tijd de meest verfijnde gerechten opgediend krijgen en versmaden. Binnenkort zal de opwindendste voetbalwedstrijd u vervelen. Maak u snel een geringschattende gelaatsuitdrukking eigen, en verheug u er al op hoe opgewonden men u in de beste winkels en restaurants zal begroeten. Of vindt u uzelf eerder verlegen? Misschien is dat wel een goed uitgangspunt, want snobs zijn niet echt sociale wezens. ‘Men vond haar hautain en koud' schrijft Marcel Jouhandeau over een personage in zijn autobiografie, ‘ze groette niemand, maar achter haar houding school meer verlegenheid dan vrijpostigheid' Arrogant zwijgen en afwezigheid zijn kenmerken van snobistisch gedrag. U hebt niet de passende kleding? Geen paniek: een snob is nooit overdressed. Hoe eenvoudiger, hoe eleganter. Als u denkt dat u een kans maakt en een gok wilt wagen, dan geldt vanaf nu dat alles wat u wilt ondernemen duur (of buiten het bereik van het gewone volk) en smaakvol (beter nog: uniek of exclusief) moet zijn. Om met een passende uitspraak af te sluiten: ‘Quod licetjovi, non licet bovi.’ En zo hoort het ook.