XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Leonard Bernstein

betekenis & definitie

Leonard Bernstein (Lawrence 1918-New York 1990) was een Amerikaanse dirigent, pianist en componist van een klein maar energiek en swingend oeuvre. De bronnen van zijn idioom zijn te vinden in de klassieke én populaire muziek van voorvaderen en tijdgenoten. Een eclecticus was hij, en hij was er trots op. 'Wie zou je zijn als je niet de som was van alles wat er vóór jou is geweest?' vroeg hij zich af, en ter illustratie voerde hij aan dat zowel Aaron Copland, zijn grote voorbeeld en mentor, als diens grote voorbeeld Igor Stravinski eclectici waren.

Als zoon van Russisch-joodse immigranten die handel dreven in cosmetica kwam 'Lenny's' muzikaliteit pas aan het licht toen hij een jaar of tien was. Hij studeerde piano, compositie en directie aan de universiteit van Harvard en aan het Curtis-instituut. Zijn privé-compositieleraar en tevens minnaar was echter de componist Aaron Copland, met wie hij levenslang bevriend bleef. Daarnaast had Eisler-leerling Marc Blitzstein met zijn sociaal geëngageerd muziektheater grote invloed op hem. Zijn vroegste werken waren puur instrumentaal, maar het theater was zijn werkelijke element. Uit 1944 dateert het ballet Fancy Free, vervolgens omgewerkt tot musical: On the Town. Dit was een jaar na zijn sprookjesachtige doorbraak als dirigent toen hij de zieke Bruno Walter bij het New York Philharmonic Orchestra had vervangen (14 november 1943).

Ondanks zijn dirigentenloopbaan die de vaart van een komeet had, vond Bernstein toch steeds de tijd om te componeren. In de jaren '40 ontstonden o.a. twee symfonieën: de Eerste symfonie Jeremiah (1944) en de Tweede symfonie The Age of Anxiety (1949). De Derde symfonie Kaddish is van later datum (1963). De drie symfonieën zijn theatraal van opzet. Zij weerspiegelen de worsteling van Bemstein met zijn (joodse) geloof: 'me down here looking up to find Him'. Afgezien van zijn opera's Trouble in Tahiti (1952) en Candide (1956) was het grootste succes van zijn leven de musical West Side Story (1957). De liedjes werden een 'hit', en de ingehouden agressie van de dansnummers sloeg in als een bom. Bernstein was een meester in het schrijven van pakkende melodieën, het hanteren van jazzy harmonieën en Latijns-Amerikaanse dansritmes. Maar zijn meest wezenlijke eigenschap was zijn behoefte om te communiceren. 'Ik schrijf muziek om dicht bij andere mensen te kunnen zijn, en om op een diep en intiem niveau te kunnen praten met een groot publiek,' luiddde zijn statement.

Oeuvre
2 balletten; 7 werken voor muziektheater; muziek bij 1 film; 3 symfonieën, 6 orkestwerken (meest suites uit de theaterwerken); ca. 15 liederen; kamermuziek, o.a. 1 klarinetsonate en 11 pianostukken: 'Anniversaries'. Vele televisieregistraties, o.a. als inleider van de Young People's Concerts, en de Norton Lectures 1973.