XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Karl-Birger Blomdahl

betekenis & definitie

Karl-Birger Blomdahl (Växjö 1916-Kungsängen 1968) was een Zweeds componist met een grote invloed op het muziekleven van zijn land. Hij studeerde compositie bij Zwedens eerste modernistische componist van betekenis: Hilding Rosenberg. Blomdahl werd daarna de spil van een groep bevriende generatiegenoten die kritisch stond tegenover het romantische componeren.

Vanaf 1944 kwamen zij de invloedrijke 'Maandag Groep' wekelijks bij hem thuis om nieuwe werken onder de loep te nemen. Hierbij was Hindemiths Unterweisung im Tonsatz een referentiepunt. Deze compositieleer ademde de geest van de 'nieuwe zakelijkheid' hetgeen voor de muziek onder meer een voorliefde inhield voor de neoklassieke stijl; er werd gebruikgemaakt van vormen uit de barok en men hield vast aan de tonaliteit. Werken van Blomdahl uit die periode vormen er de neerslag van, bijv. het Concerto grosso voor kamerorkest (1944) en Drie polyphone stukken voor piano (1945). In zijn Pastorale suite voor Strijkers (1946) zijn invloeden van Bartók en van Stravinski te horen. Buiten Zweden werd Blomdahl bekend door zijn derde symfonie Facetten (1951), het eerste Zweedse werk dat, hoewel het tonaal klinkt, gebaseerd is op de twaalftoonstechniek. Zijn oratorium Anabase (1956) stuitte op veel kritiek vanwege vermeende ontoegankelijkheid, en ontketende een heftig openbaar debat over moderne kunst. Maar met de 'ruimteopera' Aniara (1957-59) won Blomdahl zijn publiek terug. Het werk verhaalt over een ruimteschip dat de door straling verwoeste aarde moet verlaten, uit koers raakt en, begeleid door zeer gevarieerde en enerverende muziek, aan een eindeloze tocht begint: een metafoor voor het menselijk bestaan.

Oeuvre
12 werken voor opera, ballet en film, 17 orkestwerken, 12 kamermuziekwerken, 6 vocale werken, en 1 elektronische compositie.