Op een balans wordt het in geld uitgedrukte vermogen van een bedrijf op een bepaald moment geregistreerd. Meestal gebeurt dit op 31 december.
Aan de rechterkant van de balans kan worden afgelezen hoe het bedrijf het geld heeft verkregen. Deze kant wordt de credit- of passivazijde genoemd. Het eigen vermogen bestaat uit het aandelenkapitaal en de reserves. Het aandelenkapitaal is door de aandeelhouders bijeen gebracht. De reserves zijn gevormd doordat een gedeelte van de vroegere winsten niet aan de aandeelhouders is uitgekeerd. Het vreemd vermogen wordt als volgt onderscheiden: vreemd vermogen op lange termijn (hypotheken, obligaties en dergelijke) en vreemd vermogen op korte termijn (de crediteuren). De crediteuren worden ook wel aangeduid als vlottende passiva. Crediteuren zijn schuldeisers aan wie op korte termijn moet worden betaald.
De linkerkant wordt de debet- of activazijde genoemd. Tot de vaste activa behoren bijvoorbeeld de bedrijfsgebouwen en de machines. Tot de vlottende activa behoren de goederenvoorraad, de debiteuren en de liquide middelen. Debiteuren zijn schuldenaars die op korte termijn hun schulden aan het bedrijf moeten voldoen. Tot de liquide middelen behoren het kasgeld en de tegoeden bij bank en giro.
Voorbeeld:
$$$\begin{array}{|l|l|l|l|}
\hline
Debet & & & Credit\\ \hline
Vaste\:activa & & Eigen\:vermogen & \\ \hline
Gebouwen & f500.000 & Aandelen & f700.000 \\ \hline
Machines & f300.000 & Reserves & f100.000 \\ \hline
& & & \\ \hline
Vlottende\:activa & & Vreemd\:vermogen & \\ \hline
Voorraden & f200.000 & Leningen & f300.000 \\ \hline
Debiteuren & f100.000 & Crediteuren & f100.000 \\ \hline
Kas,bank,giro & f100.000 & & \\ \hline
& f1.200.000 & & f1.200.000 \\ \hline
\end{array}$$$
De liquiditeit van een bedrijf wordt als volgt gedefinieerd:
$$$\frac{Vlottende\:activa}{Crediteuren}$$$
In ons voorbeeld:
$$$\frac{f400.000}{f100.000} = 4$$$
Ook wordt de liquiditeit wel met de volgende ratio weergegeven:
$$$Current\:ratio = \frac{vlottende activa}{vlottende passiva}$$$
Als globale norm geldt dat deze waarde minstens 2 moet zijn.
De solvabiliteit geeft aan of een bedrijf zijn totale verplichtingen kan nakomen. De solvabiliteit wordt als volgt gedefinieerd:
$$$\frac{Totale activa}{totale vreemd vermogen}$$$
In ons voorbeeld:
$$$\frac{f1.200.000}{f400.000} = 3$$$
Een bedrijf wordt solvabel genoemd als de waarde van de breuk groter is dan 2.
Andere bekende ratio’s (verhoudingen) zijn:
$$$Debt\:ratio = \frac{vreemd vermogen}{totaal vermogen}$$$
$$$Debt-to-equity ratio = \frac{vreemd vermogen}{eigen vermogen}$$$
Als we echter de winst of het verlies van een bedrijf te weten willen komen, moeten we naar de winst- en verliesrekening kijken.