1. Zijde (of halfzijde) is voorgeschreven voor manipel, stool, kazuifel, kelkvelum, schoudervelum; passend voor koorkap, dalmatiek, tuniek.
2. Linnen of hennep is voorgeschreven voor amikt, albe, altaardwaal, palla, communiedoek, corporale en kelkdoekje; passend voor den cingel.
3. Zilver- en goudweefsel is toegestaan voor manipel, stool, kazuifel, doch enkel voor wit. Goud kan naast wit ook rood (en groen) vervangen.
Het ook nog wel voorkomend kantwerk aan een albe behoeft niet van linnen te zijn en mag een gekleurden ondergrond hebben, hoewel het gewenscht is, dat de kleur de liturgische kleur van den dag is of met die van toog of habijt overeenkomt. De cingel mag ook vervaardigd zijn uit wol of zijde, in de kleur van den dag.