(pluvia’le = regenkleed), koor- of vespermantel, een tot aan de voeten afhangende, van voren open en met rugschild of, naar den oorspronkelijken vorm, → kapoets voorziene mantel:
eigenlijk het gewaad van den → cantor, thans het opperkleed van den → celebrant, tijdens → vespers, → lof, → processie enz. en van den → presbyter assistens tijdens het H. → Misoffer. Gewoonlijk van zijde, in de → liturgische kleur van den dag.