Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 25-01-2023

Manipel

betekenis & definitie

(= handdoekje), liturgisch gewaad, in den vorm van een dubbelgevouwen strook halfzijde, met één of drie kruisjes versierd, dat door geestelijken van den rang van → subdiaken af tijdens het H. → Misoffer en enkele andere daarmede in verband staande liturgische plechtigheden aan den linkeronderarm gedragen wordt. Waardigheidsteeken van den subdiaken, wordt bij de wijding overhandigd. Hij moet in de → liturgische kleur van den dag zijn uitgevoerd en wordt door den bisschop of een daartoe bevoegden priester gezegend. Oudtijds was de M. een tranen- of zweetdoek (suda’rium).

< >