Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 16-01-2023

Ketter

betekenis & definitie

degene, die wel gedoopt is, maar een of meer waarheden van het katholieke geloof tegen beter weten in hardnekkig verwerpt. Hij maakt zich schuldig aan de zonde van ketterij (tegen de deugd van het geloof). Op deze formeele ketterij staat, behalve enkele andere juridische gevolgen, de kerkelijke ban (→ Excommunicatie), den → paus bijzonder voorbehouden. Voor een verzoening met de Kerk is afzwering van de dwaling en → absolutie van de beloopen → censuren noodzakelijk. Degenen, die te goeder trouw dwalen, zijn slechts materieel ketter; zij doen geen zonde, op hen zijn dus bovengenoemde bepalingen niet toepasselijk.