Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 16-01-2023

Bisschopstroon

betekenis & definitie

zinnebeeld van het bisschoppelijk ambt, thans gewoonlijk aangebracht aan de → evangeliezijde van het → priesterkoor, de oorspronkelijke plaats is echter achter het hoofdaltaar in de → absis. Hij bestaat uit een vaststaande verhevenheid met drie treden (een abt heeft een losstaanden troon met twee treden); een zetel en een → baldakijn (er behoort echter geen baldakijn boven den troon, als → ciborium of baldakijn boven het altaar ontbreken) en is in den rug en terzijde met zijden gordijnen behangen, in de liturgische kleur van den dag. De rugleuning of achtergrond van den troonhemel dragen het → bisschoppelijk wapen. De Bisschop mag een vasten troon oprichten in zijn kathedraal en in zijn paleis en een mobielen troon in alle onderhoorige kerken van zijn diocees, waar hij pontificeert. Zie ook Faldistorium.

< >