V. bestaat, wanneer een thermometer, op 1,50 m boven den grond, een luchttemperatuur beneden 0° C aanwijst. Men onderscheidt nachtvorst, die gedurende den nacht door warmte-uitstraling ontstaat en min of meer snel na zonsopgang ophoudt, en aanhoudende vorst, welke overdag voortduurt. Men bepaalt in België de v. als: zwakke v., bij een minimale temperatuur tusschen 0° en —5° C; vrij strenge v., tusschen —5° en —10°; strenge v., tusschen —10° en —15°; zeer strenge v., beneden —15°. In Ned. : 0°tot —5° C lichte v., —5° tot —10° matige vorst en daarbeneden strenge vorst.
Zie ➝ Verweering. V. d. Broeck.