Koning der Oost-Goten in Italië. * 455, ✝ 526. Opgevoed in Byzantium, trok hij aan het hoofd der aldaar gevestigde Oost-Goten naar Italië, versloeg en doodde Odoacer (493) en liet zich tot koning van Italië uitroepen. Hij behield zoo veel mogelijk de Rom. administratie, liet aan de Romeinen hun eigen wetgeving, doch ook de Goten behielden de hunne: dezen kregen ook een derde van het land in eigendom en vormden alleen het leger. Zoo bleven twee volken naast elkaar bestaan, wier samensmelting, vooral ook om het verschil in godsdienst (de Romeinen waren Kath., de Goten Ariaan) niet tot stand kwam.
Bijgestaan door Rom. functionarissen als → Cassiodorus en Boëthius, regeerde T. voorspoedig en beschermde kunsten en wetenschappen. Op het eind zijner regeering werd hij echter achterdochtig en vervolgziek, bracht o.a. Boëthius op het schavot en wierp paus → Joannes I in de gevangenis. Ofschoon hij geen blijvend werk tot stand gebracht heeft, werkte zijn lange en over het algemeen voorspoedige regeering op de verbeelding der Germaansche volken en leefde hij in de volkssagen (o.a. het Nibelungenlied) en vele Middeleeuwsche heldenepen voort als model van een groot vorst en ridderlijk man, onder den naam van Diederik van Bern (d.w.z.
Verona). Vgl. → DietrichsageGorris.Het graf van T. te Ravenna is een merkwaardig rond grafmonument, bestaande uit twee verdiepingen, afgedekt met een uit één rotsblok gehouwen koepel van 11 m diameter. Opgericht ca. 520 n. Chr. Het gebouw is sedert sterk veranderd, de juiste reconstructie is niet zeker. Zie afb. 5 op de pl. t/o kol. 224 in dl. XII.
Lit: Pfeilschifter, Th. d. G. (1910). v.Embden. Theoderik I Koning der West-Goten, gekozen 419, ✝ 451. Zijn dochter was gehuwd met → Genseric, den woesten koning der Vandalen. Toen T. met dezen in twist geraakte, riep Genseric koning → Attila met zijn Hunnen naar Gallië. T. sneuvelde in den slag op de Catalaunische velden, waar Attila door → Aëtius (3°) werd verslagen.