Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Sluiter (instr.)

betekenis & definitie

1° (photogr.) een mechanisme, dat in ieder photographisch apparaat aanwezig is, en dient om de belichtingstijden te regelen. Men onderscheidt verschillende soorten: de meest eenvoudige is de veersluiter, die in de meer eenvoudige amateurcamera gemonteerd is.

De gordijn-s. wordt bijna uitsluitend in de vakphotographie gebruikt, evenals de luchtdruk-s. De gordijn-s. werkt met regelbare veerspanning, de luchtdruk-s. echter met samengeperste lucht.

De spleet-sluiter, die in de duurdere camera’s gemonteerd is, werkt direct voor de plaat of film, terwijl de electrische sluiter uitsluitend voor wetenschappelijke doeleinden toepassing vindt, o.a.: airo-photographie en voor opnamen, die korter zijn dan 0,001 sec.Ziegler.

2° (Milit.) Een optisch seinmiddel, waarvan door het openen en sluiten van kleppen beurtelings lichte en donkere vlakken zichtbaar worden gemaakt voor het wisselen van teekens; wordt alleen overdag gebruikt voor korte verbindingen, onder meer in voorste lijn, vooral indien de strijd een beweeglijk karakter draagt. Marlet.

< >