Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Scudéry

betekenis & definitie

(of Scuderi),

1° Georges de, Fransch dramatisch dichter en romanschrijver van gering talent; broer van 2°. * 1601 te Le Havre, ♱ 1667 te Parijs. Eerst beschermer, naderhand tegenstander van ➝ Corneille, tegen wien hij o.a. de onrechtvaardige en arglistige Observations sur le Cid en Apologie du Théatre schreef. Intusschen schreef hij vsch. tooneelstukken en publiceerde: Poésies diverses (1649) en een epos: Alaric (1654).

Lit.: Charles Clerc, Un matamore des Lettres; La Vie tragique de G. do S. (1929).

2 ° Madeleine de, Fransche schrijfster; zuster van 1°. * 15 Juni 1607 te Le Havre, ♱ 2 Juni 1701 te Parijs. Zij is het type van de „précieuse”. Als „Sappho” treedt ze op in haar werk Artamène ou le grand Cyrus (10 dln. 1649-’53), een der groote mondaine en „heroïsche” liefdesromans van de 17e eeuw, nu onleesbaar geworden. Haar eindelooze romans behouden echter een historische waarde, vermits zij, onder den dekmantel der Oudheid, zeden en gedragingen van schrijfsters tijd weergeven. S. was innig bevriend met Pelisson en stichtte een ietwat pedant salon: haar „Samedis” werden druk bezocht o.a. door: Courart, Tallemant, Ménage, Mme. de Sévigné.

Verdere werken: o.a. Clélie (10 dln. 1654 vlg.); Ibrahim ou l’illustre Bassa (4 dln. 1641); Conversations morales (1680-’92). Lit.: Rathery en Boutron, Mlle. de S;, sa vie et sa correspondance, avee un choix de ses poésies (1873); Claude Aragoussès, M. de S., reine du Tendre (1934).

< >