Onder het woord scalp worden eenige soorten van overwinningstropheeën samengevat, die bij de natuurvolken betrekking hebben op den schedel van een vijand en die als uitloopers van een vroegere schedelvereering beschouwd worden. In engeren zin verstaat men onder scalp de gedroogde, opgespannen schedelhuid of den schedel zelf, bij voorkeur als sieraad bewaard in de hutten der krijgers.
Tot het s. kan men ook het koppensnellen rekenen, dat evenals bij de Dajaks op Borneo vroeger in geheel N. Amerika voorkwam, waar het dikwijls ingeleid werd door vasten, bidden, rooken uit de heilige pijp, enz.In Z. Amerika (N. Peru, Catamarca, vooral bij de Jivaros) werden hersens en beenderen uit het hoofd verwijderd, waarna de huid met heete steenen werd gedroogd, totdat ze tot een klein hoofdje inschrompelde. Het komt ook voor, dat menschenhuiden gedroogd bewaard worden en dat skeletdeelen van verslagen vijanden als krijgstrophee gedragen worden, maar dit heeft met de behandeling van den schedel niets meer te maken. Hestermann.