Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Sacramentshuisje

betekenis & definitie

Een tegen den wand naast of achter het hoofdaltaar (meestal aan Evangeliezijde) geplaatst gebouwtje, bestaand uit een kast, bestemd ter bewaring van het Allerh. Sacrament, gewoonlijk voorzien van een torenvormig dak.

Het ontwikkelde zich uit het Wandtabernakel, vnl. in Zuid-Duitschland en Oostenrijk en in de Z. Nederlanden.

De oudste s. dagteekenen uit de 14e eeuw; tijdens de 15e eeuw kenden zij hun hoogste ontwikkeling; hun opzet was toen geheel geïnspireerd op den toenmaligen torenbouw. Bekende voorbeelden zijn bijv. te Meersen in Ned.

Limburg, in de St. Pieterskerk en de St.

Jacobskerk te Leuven, in den dom te Ulm, in de St. Lorenz te Neurenberg.

Uit de Renaissance-periode is vooral bekend het 18 m hooge s. te Zout-Leeuw (België) door Cornelis de Vriendt (gen. Floris; 1552; zie afb.).

De jongste s. dateeren uit het begin der 17e eeuw (bijv. het s. in de St. Martinuskerk te Aalst).

Sindsdien werd het s. echter allengs vervangen door het hedendaagsche altaartabernakel (→ Sacramentsaltaar; Tabernakel).Lit.: Braun, Der christl. Altar (II 1924); G. Jakob, Die Kunst im Dienste der Kirche (1908).

Louwerse/V. Herck.