wordt genoemd in het O.T. elk zevende jaar. In dat jaar moest het veld braak blijven liggen, moest al het geleende teruggegeven en aan Israëlietische slaven de vrijheid geschonken worden (Lev.25.1-7; Deut.15.1 vlg.).
Elk zevende Sabbatjaar was een jubeljaar. C.
Smits.