Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Parallelisme

betekenis & definitie

(< Gr. para allèlos = naast elkaar),

1° (philos.) een harmonisch evenwijdig loopen van de beide reeksen der psychische en der physische verschijnselen, hetzij tusschen beide een reëel onderscheid wordt aanvaard (→ Dualisme), hetzij niet (→ Monisme. Men onderscheidt een metaphysisch p., in zooverre het psychische en het physische worden opgevat als twee openbaringswijzen van eenzelfde (goddelijke) realiteit (Spinoza); een psychophysisch p., in zooverre het harmonisch samengaan der heterogene ziele- en lichaamsfuncties, met verwerping van elke wisselwerking of eenzijdige beïnvloeding, verklaard wordt door een voorbeschikking Gods (Leibniz: leer der gepraestabilieerde harmonie) of een voortdurend ingrijpen Gods (Malebranche: occasionalisme); een psychomonistisch p., in zooverre alles innerlijk beschouwd wordt opgevat als psychisch, uiterlijk beschouwd daarentegen als physisch, zooals een boog van binnen gezien hol lijkt, van buiten gezien bol (Fechner, Paulsen, Wundt); een teleo-mechanistisch p., in zooverre ziel en lichaam worden opgevat als een geheel, dat in zijn totaliteit beschouwd finalistisch (personalistisch) is, in zijn onderdeelen beschouwd daarentegen mechanistisch (W. Stern). Zie ook Eenheid, sub Eenheid van den mensch.

Lit. : Heymans, Einführung in die Metaph. (21911); Klimke, Der Monismus (1911); Geyser, Die Seele, ihr Verhältnis zum Bewusztsein und zum Leibe (1914); id., Lehrb. der allg. Psych. (31920). v.d.Berg.

2° (Dichtkunst) De dichterlijke vorm der Babylonische en Hebr. poëzie: in twee bijeenhoorende regels van gelijken tijdsduur „rijmen” de gedachten, doordat zij herhaald of met elkander in tegenstelling gebracht worden. Bijv. Ps.8.5: Wat is dan een mensch, dat Gij hem zoudt gedenken,// Een menschenkind, dat Gij acht op hem slaat? Ps.19.9: Maar zij storten neer, en blijven liggen, //Wij rijzen op en staan vast! Dit p. volgde Fred, van Eeden na in „De passiclooze lelie” en in „Eucharistie”; bijvoorbeeld: Elke herinnering was smartelijk; // niets meer was liefelijk om te herdenken. v. d. Eerenbeemt.

< >