Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Overgang

betekenis & definitie

1° (recht) → Uitweg.

2° (Lat.: transitio) In de rhetorica de passage van een redevoering, waar men van het eene deel op het andere, van het eene bewijs op het andere overgaat. De o. draagt er veel toe bij, om den toehoorders het overzicht te vergemakkelijken. De o. moet daarom beknopt en duidelijk zijn, maar ook gevarieerd.